Regeerakkoord verrast met grote veranderingen!
Het op 10 oktober 2017 gepresenteerde regeerakkoord van het aankomende Kabinet Rutte 3 bevat grote verrassingen op het gebied van het pensioenstelsel.
In het akkoord wordt het als volgt gemotiveerd: “Ook in ons pensioenstelsel is een nieuwe balans nodig. We willen van abstracte aanspraken die leiden tot teleurstellingen, naar de opbouw van individueel pensioenvermogen. Elementen van collectieve risicodeling blijven daarbij verstandig en noodzakelijk. Samen met sociale partners willen wij zo’n nieuw stelsel gestalte geven.”
Het beoogde kabinet wil niet alleen het pensioenstelsel vernieuwen; nee het wil ook doorpakken. Het streven is, volgens de tekst van het akkoord, om begin 2018 op hoofdlijnen overeenstemming te hebben met de sociale partners om te beginnen met wetgeving. In 2020 zou het wetgevingsproces afgerond moeten zijn en kan het implementatieproces starten.
Heel kort samengevat: het kabinet stelt voor om de doorsneepremie af te schaffen en tegelijk te gaan werken aan individuele pensioenpotten voor de opbouwfase. Het lijkt er op dat we dan een systeem krijgen van individuele pensioenpotten in de opbouwfase. Gecombineerd met collectieve risicodeling qua overlijden en arbeidsongeschiktheid en gezamenlijke pooling van het langleven- en beleggingsrisico door middel van collectieve buffers. In de uitkeringsfase gaat het systeem dan heel erg lijken op het regime dat we thans kennen voor de uitkeringsfase van beschikbarepremieregelingen met doorbeleggen. Alle maatregelen daaromheen zijn gerelateerd aan deze grote vernieuwing.
De belangrijkste veranderingen op een rijtje:
- Afschaffing doorsneesystematiek. Voor alle contracten wordt een leeftijdsonafhankelijke premie verplicht en krijgen deelnemers een opbouw die past bij de ingelegde premie. Degressieve opbouw dus.
- Het kabinet wil bezien of het fiscale kader alleen nog op de pensioenpremie kan worden begrensd. In begrijpelijk Nederlands: de pensioenpremie wordt maatstaf voor de aftrekbaarheid in plaats van nu een ingewikkeld stelsel van salaris, diensttijd en rendement, met diverse manieren van toetsing of er niet te veel wordt opgebouwd.
- Risico’s blijven gedeeld worden.
- Sociale partners gaan een nieuw pensioencontract ontwikkelen. Als we het goed lezen wordt gedacht aan een individuele pensioenpotten in de opbouwfase en een collectieve uitkeringsfase, overeenkomstig voorstellen van de SER, waarbij in principe wordt aangesloten bij de spelregels van de wet verbeterde premieregeling.
- Onvoorziene schokken worden opgevangen door een collectieve buffer.
- Meer keuzevrijheid voor deelnemers.
- Mogelijkheid voor zzp-ers om aan te sluiten of aangesloten te blijven als gevolg van het verdwijnen van de herverdeling als gevolg van het afschaffen van de doorsneepremie.
- Het stelsel bevat een adequate dekking voor het nabestaandenpensioen en arbeidsongeschiktheidspensioen, zodat het arbeidsmobiliteit niet belemmert.
Niet alleen over deze hoofdpunten heeft de regeringspartijen nagedacht. Ook op de transitie is een voorschot genomen:
- De effecten van de transitie moeten evenwichtig zijn. Maatwerk wordt mogelijk.
- Het kabinet streeft naar een gelijktijdige overstap van zoveel als mogelijk pensioenfondsen naar het nieuwe contract.
- De verplichtstelling blijft gehandhaafd.
- Het kabinet gaat financieel bijdragen aan de transitie, mits dit bijdragen geen effect heeft op de langetermijnhoudbaarheid van de overheidsfinanciën.
- Het kabinet gaat het collectief omzetten van pensioenvermogens naar individuele pensioenpotten faciliteren. Er is een bedrag van EUR 234M voorzien in 2020 en 2021.
- Bij de invoering naar het nieuwe pensioencontract wordt gekeken naar de gevolgen voor hoogte, volatiliteit en stabiliteit van de uitkering.
- Er komt een beperkte implementatieperiode, waarin sociale partners de ruimte krijgen om de regelingen aan te passen naar de nieuwe manier van pensioenopbouw en eventueel naar het nieuwe contract. In deze periode komen er feitelijk twee regimes naast elkaar: op basis van doorsneepremie en op basis van de nieuwe, gelijkblijvende premie/degressieve opbouw-systematiek.
Verder wordt in het regeerakkoord nog een tweetal interessante punten benoemd: er komt een onderzoek of een beperkt deel van het pensioenvermogen opgenomen kan worden als bedrag ineens bij pensionering; en er wordt expliciet aandacht gevraagd voor transparantie en beheersing cq verlaging van uitvoeringskosten.
Benieuwd naar alle pensioenplannen? Hoofdstuk 2.2: ‘Vernieuwing van het pensioenstelsel’ van het regeerakkoord leest u hier.
Heeft u onze nieuwsbrief naar aanleiding van het regeerakkoord gemist? Neem via het contactformulier aan de zijkant contact met ons op, we sturen u graag deze nieuwsbrief toe!